dinsdag 27 januari 2015

Essay opdrachten flexstuderen


Tekstvak: Opdracht 1 Verduidelijken

In de tekst komen nogal wat termen, begrippen en organisaties voor die niet iedereen meteen zal kennen. Geef van de volgende begrippen een verduidelijkende omschrijving. Die omschrijving moet ook voor niet-ingewijden duidelijk zijn.

Alinea
Term/Begrip
Omschrijving
1
bindend studieadvies
Een bindend studieadvies  is een beslissing van de universiteit of hogeschool over de voortgang van een opleiding van een student.

bachelor
Laagste titel in het hoger onderwijs (bijv. Universiteit en hogeschool)

master
Titel in het hoger onderwijs.  Één graad hoger dan bachelor

selectie aan de poort
Een mogelijkheid om de instroom van nieuwe studenten bij een opleiding te beperken.

basisbeurs
Beurs voor alle studenten ongeacht het inkomen van de ouders

studievoorschot
Sociale lening voor studenten
2
stage
Periode van praktische oefening als onderdeel van een opleiding

bestuursfunctie
Functie als bestuurslid.
3
langstudeerders
Studenten die langer studeren dan gewoonlijk
7
LSVb
De Landelijke Studentenvakbond
8
flexstuderen
Studeren naar eigen zegen qua lengte periode en vakken
9
voltijd
Een volledige workweek (40 uur)

modulaire opzet
Samenstellende onderdelen die samen een operationele programma kunnen vormen.
15
leerrechtensysteem
Systeem waar je zelf het recht heb hoe, wat en wanneer je wilt leren te kiezen

Tekstvak: Opdracht 2 Woorden

Vul in het schema de betekenis in van de volgende woorden.

Alinea
Woord(en)
Betekenis
1
knip
eisen
2
columniste
Dagbladschrijver
3
per saldo
Per bedrag
8
naar rato van
In verhouding me
11
uitvalcijfers
Het aantal dat stoppen
12
innovatie
vernieuwing

bureaucratisch
ambtelijk
14
rendementseisen
De eisen voor het verdergaan (van studeren)


Tekstvak: Opdracht 3 Ordenen

In de tekst komen verschillende onderwijssystemen ter sprake.
Noteer voor elk systeem, zo mogelijk, de kenmerken. In de lege rij kun je een eigen onderscheidend kenmerk invullen.




A          Het huidige systeem van universiteit en hogeschool
Voor wie toegankelijk?
Iedereen die aan de eisen voldoet en die door de selectie van de poort komen
Lengte van de studie?
Maximaal 4/5 jaar
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn er?
De aangeboden programma’s
Waar kun je studeren?
De steden waar de scholen staan, voornamelijk de grote steden



B          De Open Universiteit
Voor wie toegankelijk?
Min. 18 jaar
Lengte van de studie?
Eigen keuze
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn er?
Aangeboden studies
Waar kun je studeren?
Eigen keuze



C          Het plan Truijens
Voor wie toegankelijk?
iedereen
Lengte van de studie?
Zelf bepalen
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn er?
Eigen keuze
Waar kun je studeren?
Eigen keuze



D          Het plan van de LSVb
Voor wie toegankelijk?
Alle studenten die willend zijn
Lengte van de studie?
Eigen keuze
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn er?
Eigen keuze qua vakken
Waar kun je studeren?
De universiteit of hogeschool



E          Het plan van Rutte
Voor wie toegankelijk?
De student
Lengte van de studie?
beperkt
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn er?
Aanvulbaar met tegoedbonnen
Waar kun je studeren?
zowel publieke als particuliere instellingen



Tekstvak: Opdracht 4 Samenvatten

Boven de tekst in de krant stond de volgende inleiding:


Beantwoord de volgende vragen.
1                    ‘Snel studeren is niet voor iedereen geschikt.’
a                    Voor wie niet?
sommigen willen zich naast hun studie onderscheiden met een extra stage of een bestuursfunctie
b                    Waarom niet?
   De student heeft zijn handen al vol aan zijn studie en mogelijk zijn bijbaantje
2                    Flexibel studeren biedt de oplossing. Hoe?
Door de student hoe, wat, wanneer en hoelang zelf te laten bepalen
3                    ‘Zonder extra kosten.’ Hoe kan dat?
De colleges en tentamens op vaste tijden geven zodat de docenten niet meer werken
4                    ‘Waarom niet meteen invoeren?’ Ja, waarom eigenlijk niet?
Het huidige cabinet ziet het als een kostepot





Tekstvak: Opdracht 5 Samenvatten (2)

Met de antwoorden van opdracht 4 heb je eigenlijk al een soort minisamenvatting geschreven. Welke informatie zou ook nog moeten worden opgenomen in de samenvatting?
De nadelen van het flexstuderen

Tekstvak: Opdracht 6 Samenvatten (3)

Schrijf nu je samenvatting. Die moet geschreven zijn in goedlopende zinnen en je mag niet meer dan 250 woorden gebruiken. Let op je spelling en interpunctie.

Tekstvak: Opdracht 7 Beweringen en argumenten

Vul het schema verder in.

Alinea
Bewering
Bijbehorende argumenten
Objectief / Subjectief
1
Studenten van nu hebben amper de tijd om te wennen aan hun nieuwe leven.
1 Door maatregelen als het bindend studieadvies,
subjectief
2het studievoorschot
subjectief
‘Allemaal bedoeld om studenten maar zo snel mogelijk door hun studie heen te jagen.’
Het studievoorschot, de studiebeurs die een lening wordt en de verder maatregelen
subjectief
2
... is snel studeren lang niet voor iedereen geschikt;
Sommige studenten willen zich onderscheiden met bijv. Een bestuursfunctie
objectief
3
En langstudeerders hoeven geen extra geld te kosten.
Als je de verhouding tussen wat de overheid betaalt en wat de student zelf bijdraagt aan collegegeld per volledige studie hetzelfde houdt
objectief
4
‘Die extra jaren zijn geen verloren jaren.’
Langstudeerders zijn veel beter op de maatschappij voorbereid dan de snelle rakkers.’
subjectief
5
‘In je studietijd moet je gekke dingen doen, ...’
Dat kweekt mensen met een bredere visie, die later goede banen gaan bezetten en gaan functioneren als leidinggevende.’
subjectief
7
‘Wij zijn helemaal voor.’
‘Je geeft studenten veel meer keuzevrijheid als zij zelf kunnen bepalen welke vakken zij volgen en op wat voor tempo zij dit doen.’
subjectief
9
Natuurlijk moet je het flexstuderen niet aan iedereen opleggen.
Er zijn natuurlijk nog talloze studenten die wel voltijd willen studeren.
subjectief
10
Erik Driessen is positief.
We lopen in Nederland hopeloos achter met het leven lang leren,’ zegt hij. ‘Met deze flexibele financiering zouden we die achterstand snel kunnen inhalen.’
objectief
12
Het zou goed zijn als Nederlandse universiteiten meer met hun tijd meegaan.
Het volgen van flexibel onderwijs sluit volgens haar aan op de huidige samenleving
subjectief
13
Het is inderdaad allemaal niet zo simpel.
‘De Wet op het Hoger Onderwijs stelt aan universiteiten een aantal voorwaarden
objectief
14
Volgens Van Meenen ligt het probleem bij de bekostiging.
een deel van het geld dat universiteiten en hogescholen krijgen, is afhankelijk van het aantal studenten dat afstudeert.
objectief
16
‘Het idee voor een flexibel onderwijssysteem is dus niet nieuw.’
Oud-SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan presenteerde in maart een soortgelijk voorstel om het deeltijdonderwijs voor volwassenen te stimuleren.
objectief
17
... is het plan van Truijens volgens SP-Kamerlid Jasper van Dijk ‘vele malen verfrissender’ ...
Laten we het plan van Truijens dan ook vooral onderzoeken.’
subjectief




Tekstvak: Jouw meningen en wensen

Tekstvak: Opdracht 8

In het schema staan dezelfde beweringen als in opdracht 7. Vul nu in of je het met die bewering eens of oneens bent, en geef daar een of meer argumenten bij.

Alinea
Bewering
Eens / Oneens
Argument(en)
1
Studenten van nu hebben amper de tijd om te wennen aan hun nieuwe leven.
eens
Ze moeten gelijk focussen,de stof die ze al vanaf de eerste lessen krijgen, zijn al tentamenstof.

‘Allemaal bedoeld om studenten maar zo snel mogelijk door hun studie heen te jagen.’
eens
Het wordt studenten erg moeilijk gemaakt waardoor er maar alleen mensen met grotere slagingskans ober blijven
2
... is snel studeren lang niet voor iedereen geschikt;
eens
Geen kans om buiten je studie jezelf op meer vlakken te bereiken en je kennis toe te passen
3
En langstudeerders hoeven geen extra geld te kosten.
eens
De studenten betalen zelf de overage kosten en de overheid een vast bedrag
4
‘Die extra jaren zijn geen verloren jaren.’
eens
Meer ervaring voor de student
5
‘In je studietijd moet je gekke dingen doen, ...’
eens
Je bent maar één keer student
7
‘Wij zijn helemaal voor.’
oneens
*ik ben, is de goede vorm, het moet enkelvoud zijn want ik ben maar 1 persoon
9
Natuurlijk moet je het flexstuderen niet aan iedereen opleggen.
eens
Het is een vrije keuze
10
Erik Driessen is positief.
eens
Hij is voor het flexstuderen
12
Het zou goed zijn als Nederlandse universiteiten meer met hun tijd meegaan.
eens
Het zal ze meer mogelijkheden bieden
13
Het is inderdaad allemaal niet zo simpel.
eens
Niets is simple, niet eens een enkele atoom
14
Volgens Van Meenen ligt het probleem bij de bekostiging.
Eens
Geld is altijd het problem…
16
‘Het idee voor een flexibel onderwijssysteem is dus niet nieuw.’
eens
Het bestaat is andere landen
17
... is het plan van Truijens volgens SP-Kamerlid Jasper van Dijk ‘vele malen verfrissender’ ...
Eens
Het innovatief en dus niet muf van het verleden





Tekstvak: Opdracht 9 Kritisch lezen

1                    Wat zegt het ministerie over het plan van Truijens?
Het bevat interessante aspecten
2                    Wat heeft de verruiming van het collegegeldkrediet te maken met flexibel studeren?
Als er over een langere periode gestudeerd wordt is het geld voor een langere periode nodig om beschikbaar te zijn
3                    Is het stimuleren van online onderwijs iets wat tegemoetkomt aan de ideeën van Truijens?
Ja het biedt flexibiliteit voor de plek waar te studeren
4                    Is ‘leven lang leren’ een onderdeel van het plan Truijens?
Nee alleen een mogelijkheid
5                    In de laatste alinea is sprake van ‘modernisering’ en van het studievoorschot. Zou dat kunnen helpen om de plannen van Truijens te realiseren?
Nee

Tekstvak: Opdracht 10 Jouw studiewensen

In opdracht 3 heb je verschillende (al dan niet bestaande) onderwijsvormen op een rij gezet.
1                    Welke van deze vormen is voor jou het aantrekkelijkst? Geef een korte motivatie bij je keus.
Het  plan van de LSVd, want dit biedt veel flexibiliteit en mogelijkheden zonder veel beperkingen maar wel een plek om deze studenten te verbinden.
2                    Welke van deze vormen is voor jou het meest onwenselijk? Geef weer een korte motivatie.

Het huidige stelsel, want dit beperkt veel studenten in het doen van hun studie en het uitbreiden ervan. Het enige waar op gefocused is,  is slagen zo snel mogelijk



“Oefening baart kunst”

Het is een nederlands spreekwoord dat nog altijd gebruikt wordt. Veel ouders gebruiken dit spreekwoord om hun kinderen aan te moedigen door te zetten als het de kinderen niet lukt hun doel in één keer te halen. Het begint al vanaf een jonge leeftijd met bijvoorbeeld het bouwen van een zandkasteel, het tekenen van mensen en dieren of zelfs het beoefenen van een sport. Naarmate de kinderen  groter en ouder worden, worden ook hun doelen groter en soms ook noodzakelijker. Dit gebeurt voornamelijk op de middelbare school maar ook op de bassischool wordt het oefenen een belangrijk onderdeel van een prestaties.

Sommige leerlingen kunnen beter leren of leerstof sneller onder de knie krijgen dan andere. Zij zullen er dan ook een langere tijd aan dezelfde stof moeten besteden voor dezelfde prestaties. Maar dit is helemaal niet erg. Om goed te kunnen leren is ook oefening nodig. Met het oefenen kan je je geleerde kennis leren toe te passen op mogelijke onderdelen. Dit helpt leerlingen de stof beter te begrijpen en meer ervaring te krijgen doordat ze het al een aantal keer met het oefenen gedaan hebben.  Niet alleen kunnen prestaties van kinderen hierdoor beter worden, maar ook de nodige ervaringen voor wanneer het kind erop getoetst zal worden in een andere situatie.

Voor de universiteit gelden andere regels. Oefening wordt vaak niet zo veel meer in acht genomen. Het leren van stof gaat hierdoor terug naar het uit je hoofd leren terwijl het de mogelijkheid heeft dat studenten niet genoeg ervaring tot geen ervaring hebben om deze stof toe te passen. De ideale oplossing zou hiervoor kunnen zijn: meer stagelopen door de gehele studie heen. Hierdoor krijgen studenten meer kans om hun geleerde kennis toe te passen terwijl ze tegelijk hun horizon verbreden.

Een ander punt dat verbeterd kan worden in het hoger onderwijs is de uitwisselen van kennis. Kennis is iets waar studenten naar opzoek zijn, maar kennis kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Voor de één wordt kennis gebruikt om te analyseren terwijl de ander dezelfde kennis daarvoor niet nodig heeft en een probleem op een andere manier aankijkt. Dit is vaak het verschil tussen verschillende landen met verschillende culturen en dus ook het gebruik van kennis dat anders is. En juist omdat het gebruik van kennis anders is, is het een goede ervaring voor studenten als ze die kennis uitwisselen. Dit maakt het mogelijk om verschillende problemen in een heel ander licht te zien voor niet alleen de studenten van Nederland maar ook voor de studenten  waarmee zij hun kennis hebben uitgewisseld. Ook de ervaringen van de student worden aangevuld door het leren accepteren, respecteren en het kennis maken van mensen uit een andere cultuur.


We leven nog steeds in dezelfde wereld waar we duizenden jaren geleden al leefden. De populatie, de vooruitgang, de kennis en de snelle verbindingen over de wereld zijn ongeveer de enige dingen die veranderd zijn. Dit maakt het alleen zo dat deze wereld kleiner lijkt dan de grote aarde van een aantal eeuwen geleden. Doordat alles tegenwoordig verbonden is  met elkaar door bijvoorbeeld de media die gebruikt van wifi, kranten en de televisie. Om met de tijd mee te gaan moeten we ons dus aanpassen. Dus ook het hoger onderwijs zal zich moeten aanpassen want het is uiteindelijk wel zo dat zij de volgende generatie voorbereiden voor de toekomst. En een belangrijk woord voor deze wereld, voor nu maar ook voor in de toekomst, is “internationaal”. Het is daarom ook belangrijk dat de volgende generatie van de toekomst leert andere mensen te accepteren om zo zijn horizon te verbreden en zijn kennis te vergroten. Het zal niet altijd even gemakkelijk gaan maar ook hiervoor is er een  toepasselijk spreekwoord: “oefening baart kunst”.